Catalogus» introductie[0]

introductie

De stad Groningen heeft munt geslagen van 1350/1360 tot 1692.
Het meest bekend is de zilveren muntserie uit de 16e eeuw bestaande uit twee reeksen. De eerste, nog Middeleeuwse, serie begint met de kromstaart (= 4 plakken = 4 grootkens = 32 penningen), de tweede met de langrok (= 2 flabbes = 4 jagers = 8 vliegers). De jager en de vlieger waren buiten Groningen bekend als dubbele stuiver en stuiver.
In de provincie Groningen werden de eerste munten geslagen door de Ommelander Staten tussen 1579 en 1591. Vanaf 1670 circuleerden munten van Groningen en Ommelanden munten, zilveren dukatons, rijksdaalders, florijnen (28 stuiver), schellingen (6 stuivers), stuivers en koperen duiten. In 1761 werden hele en halve gouden rijders geslagen.
De laatste provinciale Groningse munt zou een duitje zijn (1772).

The city of Groningen has had its own coinage production from 1350/ 1360 up till 1692.
Well known are the silver coins from the 16th century, consisting of two separate series. The first, still medieval, starts with the kromstaart (= 4 plakken = 4 grootkens = 32 penningen), the second with the langrok (= 2 flabbes = 4 jagers = 8 vliegers). The jager and vlieger were known outside Groningen as a double and a single stuiver.
In the province of Groningen coinage started during 1579 and 1591, struck by the so-called Ommelander Staten. After 1670 extensive coin production was started by the provincial government, then called Groningen & Ommelanden, in silver dukaton, rijksdaalder, florijn (28 stuiver), schelling (6 stuivers) and stuiver; in copper duiten. In 1761 gold rijders (14 guilder) and half gold rijders (7 guilders) were made.
The last provincial coin produced in Groningen was a copper duit in 1772.